In module 2 gaan we het hebben over angsten en blokkades doorbreken om zo een andere mindset of verhaal te creëren.

Ieder van ons heeft zijn rugzak door de jaren heen ontwikkeld. Deze rugzak is het verhaal dat jij jezelf verteld. Gebeurtenissen, school, vrienden en familie hebben daar een enorme invloed op. Laat dit niet altijd de invloed en advies zijn wat juist is voor jou.

Ons brein is getraind op overleven/survival. Het gaat ons steeds veilig willen houden. Ons in de situatie houden die we kennen en 'veilig' is. Onze comfortzone. Ook als is die niet geschikt voor jou of maakt deze jou niet gelukkig.

Jij bent het centrum van jouw leven en jij kiest zelf hoe het te leven. Het verhaal dat je jezelf vertelt, kan je dus volledig zelf herschrijven. Dit vraagt inspanning en moed voor iedere dag. Ikzelf werk ook nog iedere dag aan mezelf, want dat oud ingebakken verhaal kan altijd wel de kop opsteken. Het is aan jezelf om dat steeds opnieuw te kiezen voor jouw eigen positieve verhaal. De ene dag gaat dat gemakkelijker dan de andere dag, maar het doel is dat je er telkens opnieuw kleine of grote veranderingen in brengt door er bewust mee om te gaan.

In deze module gaan je jouw verhaal bekijken, je omgeving en triggers en hoe deze aan te pakken.

Oefening 1 Schrijf jouw verhaal hoe het nu is

1. Schrijf je huidige verhaal op.

2. Wat heeft dat verhaal jou al gekost?

3. Wat gaat dit verhaal jou nog kosten als je het niet verandert.

4. Stel jezelf voor op je sterfbed en laat je leven aan je voorbij flitsen. Ga jij er gelukkig opkijken of niet?

Oefening 2 Triggers

Omgeving speelt een enorme rol in het herschrijven van je verhaal. Dit kan gaan om familie, vrienden, werk of zelfs sociale media en nieuws. Triggers die jou eigenlijk tegenhouden om je eigen verhaal te herschrijven.

Met deze oefening ga je de triggers onder de loop nemen die van toepassing zijn binnen jouw verhaal. Zo geef je die al een plaats, krijg je inzicht wat het bij jou teweegbrengt. In het tweede deel ga je ze analyseren.

Benodigdheden

• 1 A4 papier
• pen

1. Vouw een A4 papier in drie kolommen
2. Schrijf in de eerste kolom 10 namen van relaties. Dit kunnen familieleden zijn, collega’s, vrienden, buren. Als je er geen 10 kunt bedenken, kun je ook tv sterren of andere bekendheden kiezen.
3. Schrijf in de tweede kolom de meest positieve eigenschap van die persoon op. Denk niet te lang na, het eerste woord dat in je opkomt is meestal raak.
4. Schrijf in de derde kolom een negatieve eigenschappen van die persoon op. Hulpmiddelen hiervoor zijn vragen over gevoelens zoals:
   • jaloezie
   • boosheid of irritatie
   • angst
5. Vouw de eerste kolom naar achteren.
   Je ziet nu twee kolommen. Dit ben jij. De andere personen zijn nu buiten beeld. Wat er overblijft zijn jouw eigenschappen die je had geprojecteerd op anderen. Kijk naar je positieve eigenschappen en naar je negatieve eigenschappen. Zijn er woorden die meer dan 1 keer voorkomen?
6. Vouw nu de tweede kolom weg naar achteren. Er blijft nu 1 kolom over.
7. Deze laatste kolom zijn jouw triggers. Kijk of er overlappingen zijn in de woorden. Komt een woord meerdere keren voor? Zijn ze te groeperen? Is er iets dat op elkaar lijkt? Kies 1 woord uit om verder mee te werken.

Voorbeeld

Oefening 3 Analyse triggers

Je kiest één trigger uit de kolom negatief. Je analyseert deze door volgende vragen te beantwoorden. Denk hierbij ook aan het innerlijk kind.

• Wat is de trigger?
• Welke emotie haalt deze trigger bij me naar boven?
• Welke gedachten brengt deze trigger bij me naar boven?
• Welke handelingen brengt deze trigger bij me naar boven?
• Waar komen deze emoties, gedachten en handelingen vandaan? cfr. innerlijk kind
• Sluiten deze emoties, gedachten en handelingen aan bij de persoon wie ik ben of wil zijn?
• Zijn deze gedachten, emoties & gedragingen dan realistisch?
• Hoe kan ik deze emoties, handelingen en gedragingen omzetten, opdat zij voor mezelf aanvaardbaar worden bij het ondervinden van de trigger?

Door deze oefening neer te schrijven, krijg je een duidelijk beeld waar je emoties, gedachten en handelingen vandaan komen. Je komt te weten of ze nog aanvaardbaar zijn voor je en je als persoon verder helpen. Ze stellen je in staat na te denken hoe deze op een andere manier aan te pakken en integreren in je dagelijkse leven.

Voorbeeld

• Wat is de trigger?
  Dominantie 
• Welke emotie haalt deze trigger bij me naar boven?
  Als er iemand dominant naar mij optreedt, voel ik angst voor die persoon.
• Welke gedachten brengt deze trigger bij me naar boven?
  Als er iemand dominant naar mij optreedt, voel ik mij klein, onveilig en minderwaardig.
• Welke handelingen brengt deze trigger bij me naar boven?
  Als er iemand dominant naar mij optreedt, ga ik fysiek in elkaar kruipen, me wegsteken, huilen.
• Waar komen deze emoties, gedachten en handelingen vandaan? cfr. innerlijk kind
  Deze emoties komen voort uit een vaderfiguur die dominant tegen me als kind. Het gevolg dat ik me niet kon uitspreken, mijn noden mocht vertellen, voor mezelf opkomen. 
• Sluiten deze emoties, gedachten en handelingen aan bij de persoon wie ik ben of wil zijn?
  Klein, onveilig en minderwaardig zijn sluiten niet meer aan bij mij als volwassen persoon.
• Zijn deze gedachten, emoties & gedragingen dan realistisch?
  Deze handelingen zijn niet realistisch meer om te voelen of ervaren. Ik ben ten slotte een volwassen persoon nu met een eigen leven, werk, vrienden, gezin en huishouden. Ik mag hierin optreden als de persoon die ik wil zijn.
• Hoe kan ik deze emoties, handelingen en gedragingen omzetten, opdat zij voor mezelf aanvaardbaar worden bij het ondervinden van de trigger?
  Als er iemand dominant optreedt naar mij, ga ik van deze persoon weggaan. In mijn mind zeg ik me niet meer klein, onveilig of minderwaardig te voelen. Ik laat de dominantie mij niet meer kwetsen, want het is niet realistisch om dit in mijn huidige situatie als volwassen persoon te voelen.
• Wat is worst case scenario, als ik dit niet verander?
  Ik ga me klein, onveilig en minderwaardig blijven voelen. Dit maakt mij ongelukkig. Ik kies er nu dus voor om dit niet meer te doen. Dit is een drijfveer voor mij om dit aan te pakken.

Uit deze oefening zie je wat voor een invloed jouw omgeving op jou heeft en wat een rol het in je verhaal speelt. Mogelijks ervaar je weerstand in het schrijven of uiten van bepaalde elementen, omdat het zeer confronterend, pijnlijk is en hevige emoties naar boven kan brengen. Laat die emoties maar naar boven komen en uit ze maar. Schrijf ze maar neer.

Die weerstand is je brein terug om je in die comfortzone te houden. Om je klein en veilig te houden. Om confrontatie en verandering tegen te gaan.
Weet dat dit jouw eigen boek is, waar je veilig jouw gedachten in kan noteren. Niemand anders gaat dit ooit lezen. Laat jouw gedachten, emoties en gevoelens de vrije loop. Schrijven werkt helend. 

Oefening 4 Innerlijk kind meditatie

Etherische oliën en edelstenen